HOME
PROJECT
TIPS
AAN DE SLAG
JOUW SUGGESTIE
VOORBEELDEN
MEER INFO??
lees eerst dit - TIPS per doelgroep

Motorische handicap

Wat is een motorische handicap?

Niet anders dan bij de overige besproken handicaps is ook de groep mensen met een motorische (‘lichamelijke’ of ‘fysieke’) handicap eindeloos verscheiden.

Dat een motorische handicap alleen te maken zou hebben met de onderste ledematen – een beeld dat het begrip bij velen spontaan oproept – is een te enge kijk. Sommigen maken inderdaad gebruik van een rolstoel of zijn aangewezen op een kruk, looprek of driewieler. Anderen stellen het zonder hulpmiddel, maar hebben omwille van hun slecht te been zijn niettemin ook een motorische handicap. Nog anderen hebben beperkingen ter hoogte van andere ledematen. Combinaties komen eveneens voor.

Meisje in rolwagen aan leestafel in bib.Soms is het bij moeizame communicatie niet duidelijk of iemand met een motorische handicap eventueel ook een verstandelijke handicap heeft. Meestal is dat niet het geval en is er geen sprake van een meervoudige handicap. Benader een persoon met een motorische handicap dus niet automatisch alsof hij ook verstandelijke beperkingen heeft.

De term ‘motorische handicap’ is een vlag die vele ladingen dekt. De variëteit is heel groot. Sommige vormen zijn aangeboren, andere verworven. Verder kennen bepaalde handicaps een progressief verloop, terwijl andere veeleer stabiel zijn. Dit alles zorgt ervoor dat de verschijningsvormen en de ondersteuningsbehoeften niet in een algemeen beeld te vatten zijn. We moeten dan ook telkens de individuele persoon voor ogen nemen.

Hulpmiddelen zijn belangrijke instrumenten in het bevorderen van het persoonlijk welzijn en de maatschappelijke integratie. Ze helpen bij het overstijgen van hindernissen die voortkomen uit de beperking en verbeteren zo de uitgangspositie van de persoon met een handicap.


Tips bij het bibliotheekbezoek

Meisje in rolwagen gebruikt pc in bib.We gaan er bij deze tips van uit dat de bezoekers alleen een motorische (en dus geen meervoudige handicap) hebben. Voor het bezoek van personen die behalve lichamelijke ook verstandelijke of andere beperkingen hebben, moet je dan ook de tips voor de andere doelgroep(en) in het achterhoofd houden.

Veel hindernissen die mensen met een motorische handicap bij het bibliotheekbezoek ondervinden, hebben uiteraard te maken met de fysieke toegankelijkheid van het gebouw. In het kader van Anders-naar-de-bib gaan we deze problematiek niet uit de weg, maar we diepen hem evenmin tot in de details uit. Informatie over regelgeving en inrichting van openbare gebouwen vind je onder toegankelijkheid.

 
Bij wijze van voorbereiding …

Een goede voorbereiding is een voorwaarde voor een geslaagd bezoek. De checklist en enkele aandachtspunten voor de infrastructuur en accommodatie kunnen hierbij helpen.

Aan de hand van de checklist krijg je een beeld van de groep die op bezoek komt en breng je aandachtspunten in kaart. Neem de checklist bij de hand wanneer de rondleiding wordt aangevraagd. Maak een persoonlijke afspraak met de verantwoordelijke of de begeleider van de groep, zodat je een bezoek ‘op maat’ kunt uitstippelen.

  • Zijn er rolstoelgebruikers onder de bezoekers? Duwrolwagens of elektrische?
  • Bespreek welke afdelingen van de bibliotheek voor rolstoelgebruikers toegankelijk zijn en dus kunnen worden opgenomen in het bibliotheekbezoek.
  • Noteer welke aandachtspunten er zijn in verband met communicatie.
  • Is de parkeerplaats voor personen met een handicap vrij? Is er ook voldoende ruimte naast de parkeerplaats, zodat de rolstoel naast de auto kan rijden?
  • Losse gravel op de parking van de bibliotheek bemoeilijkt de vlotte toegang, zowel voor mensen die moeilijk stappen als voor de wielen van een rolwagen.
  • Is de bibliotheekingang (en de nooduitgang) toegankelijk voor bezoekers met een motorische handicap? Zo neen, is er een – bereikbare! – bel zodat hij zijn aanwezigheid kenbaar kan maken en je als bibliotheekmedewerker een handje kunt komen toesteken?
  • Duid bij de ingang van de bibliotheek aan wat toegankelijk is en wat niet (bijvoorbeeld het toilet, de computerafdeling of de muziekafdeling).
  • Als er een aangepast toilet is, verzeker dan ook op elk ogenblik de bereikbaarheid ervan. Gebruik de ruimte dus niet als bezemhok … Houd er rekening mee dat er eventueel naar de beschikbaarheid van een andere ruimte (en naar voldoende privacy) wordt gevraagd als de toiletten te klein zijn.
  • Garandeer de vrije doorgang in de bibliotheek. Ruim obstakels uit de weg en zet de boekenrekken op een ruime afstand van elkaar.
  • Breng bij elke drempel een hellend vlak aan. Vermijd echter steile hellingen.
  • Tapijten en matten zijn voor rolstoelgebruikers meestal een ongemak. Ook wie slecht te been is, dreigt sneller te struikelen.
  • Een lekke band van een rolstoel vervangen, is geen eenvoudige klus. Vermijd dan ook werken met scherpe voorwerpen. Gebruik bijvoorbeeld een magneetbord in plaats van een prikbord met duimspijkers.
  • Ongelukken met glazen deuren zijn te voorkomen door ze duidelijk zichtbaar te maken. Breng – ook op ooghoogte van de rolstoelrijder – brede banden of grote stippen aan.
  • Verstevig glazen en andere deuren onderaan met een metalen rand. De deur zelf is op die manier beter bestand tegen een stoot van een rolstoel. Ook de rolstoelrijder zelf voelt zich veiliger. Iemand in een rolstoel voelt zich overigens in het algemeen meer op zijn/haar gemak als er in en rond de bibliotheek van stevige materialen wordt gebruikgemaakt.
  • Bevestig kranten in de leeszaal aan een stok. Het vergemakkelijkt de hanteerbaarheid voor wie problemen heeft met de fijne motoriek.
  • Ook handig voor wie over minder motorische vaardigheden beschikt, zijn herbruikbare (linnen) schoudertassen. Een stapel boeken of andere materialen zijn op die manier eenvoudiger te transporteren doorheen de bibliotheek.
  • Voorzie in elke afdeling die je aandoet stoelen voor wie slecht te been is en voldoende ruimte voor rolstoelgebruikers.
  • Zet de tafels in de computerafdeling niet te dicht bij elkaar. Zorg ervoor dat de computers ook voor rolstoelrijders bereikbaar zijn.

Als we het over toegankelijkheid hebben, is de hoogte waarop informatie of objecten worden aangebracht een belangrijke factor.

  • Meisje in rolwagen bij cd-rek.Hang de telefoon (in de lift) niet te hoog op.
  • Voorzie naast de kapstokken op gewone hoogte een rij die iets lager hangt.
  • Opteer bij de aanschaf van drank- en andere automaten voor lage modellen, zodat ook rolstoelgebruikers zelfstandig alle keuzes kunnen maken.
  • Voor sommige rolstoelrijders is het moeilijker zich te oriënteren. Hang de bewegwijzering in de bibliotheek dan ook niet te hoog op.
  • Is de balie niet te hoog? Kan je de bezoeker in een rolstoel wel zien? Moet hij de boeken etc. niet te hoog hijsen?

Het bezoek zelf
Enkele vuistregels
  • Benader personen met een motorische handicap als gewone mensen, niet als ‘sukkelaars’. Geef toe dat de situatie misschien nieuw is voor jou.
  • Spreek de persoon met een motorische handicap rechtstreeks aan en richt je niet tot zijn/haar begeleider.
  • Kom zoveel mogelijk op ooghoogte van de bezoeker(s).
  • Vraag de bezoekers niet uit over hun handicap.
  • Ga altijd in overleg vooraleer hulp te bieden. Dring je niet op. Begin zeker niet zomaar een rolstoel te duwen of eraan te trekken. Vraag of en hoe je kunt helpen.
  • Neem geen beslissingen in plaats van de persoon met een handicap. Betrek hem/haar hierbij.
  • Verwoord bij moeizame communicatie wat je denkt dat de persoon met een handicap bedoelt en wacht op bevestiging.
  • Neem de tijd om te luisteren. Iemand met spraakmotorische problemen die iets wil vertellen (eventueel met een spraakcomputer), heeft tijd nodig.
  • Rijd voorzichtig met een rolstoel. Zet, nadat dat is afgesproken met de bezoeker, ook altijd de remmen op als je halt houdt.
  • Ga er niet van uit dat elke rolstoel op te tillen is. Sommige modellen zijn loodzwaar. Volg bij het tillen altijd strikt de aanwijzingen van de rolstoelgebruiker zelf. Til ook altijd met twee personen.
  • ‘Parkeer’ iemand in een rolstoel niet zonder te verduidelijken wat er gaat gebeuren.
(a) Kennismaken
  • Voorzie voldoende ruimte voor zowel rol- als gewone stoelen.
  • Zorg ervoor dat je voor elke bezoeker zichtbaar en verstaanbaar bent. Spreek de rolstoelgebruikers bij voorkeur op ooghoogte aan.
  • Licht het verdere programma van het bezoek toe.
  • Vraag aan iedereen of je verstaan- en zichtbaar bent.
(b) Materiaaltafel                
  • De materiaaltafel is een goed middel om een eerste contact te krijgen met wat in de bibliotheek wordt ontleend. Het materiaal kan ook worden doorgegeven.
  • Let op de opstelling van het materiaal. Zorg ofwel voor een lichte helling van de tafel, ofwel voor plankjes waardoor de materialen schuin komen te liggen. Leg het materiaal ook op de voorste helft van de tafel. Zo is alles zichtbaar en bereikbaar voor de rolstoelgebruikers.
  • Wees attent voor de moeilijkheden die sommige bezoekers kunnen ondervinden bij het vastnemen of doorgeven van de materialen.
  • Kies stevig materiaal.
  • Kies materiaal dat aangepast is aan het (lees)niveau en de interesses van de groep (na te vragen bij de checklist).
(c) Grondplan                
  • Een toelichting bij het grondplan blijft zinvol, ook al is de bewegwijzering naar en in de verschillende afdelingen goed uitgebouwd. Besteed aandacht aan de fysieke toegankelijkheid van de bibliotheek. Wees eerlijk in je informatie. Breng de bezoekers op de hoogte van de specifieke voorzieningen die voor hen getroffen zijn, maar durf ook toegeven welke lacunes er zijn en welke afdelingen niet aangepast zijn.
(d) Rondleiding                
  • Via de checklist weet je welke afdelingen de bijzondere interesse van de groep wegdragen.
  • Laat de hele groep weten dat je je verplaatst in de bibliotheek. Geef ook aan waarheen je gaat.
  • Maak indien mogelijk gebruik van de lift. Bied hulp aan als de liftdeuren zwaar zijn.
  • Geef de uitleg niet al wandelend. Roep eerst de hele groep samen, let erop dat de afstand tussen jezelf en de groep niet te groot is en start dan pas de uitleg.
  • Bewaak het tempo van de rondgang. Mensen met een motorische handicap verplaatsen zich minder vlot.
  • Vraag af en toe of je niet te snel gaat.
  • Vraag bij het nemen van trappen, drempels, enz. de persoon met een motorische handicap hoe je het beste kunt helpen.
  • Wijs de bezoeker die slecht te been is discreet op de eventuele beschikbaarheid van een rolstoel voor algemeen gebruik (zorg ervoor dat de banden zijn opgeblazen en dat de remmen werken). Als er in de bibliotheek geen dergelijke rolwagen aanwezig is, stel dan langs het traject van de rondleiding enkele stoelen op.
  • Wijs in elke afdeling goed aan waar de bezoekers terecht kunnen voor hulp of informatie.
(e) Spelvormen                

In principe zijn alle spelvormen voor deze doelgroep bruikbaar. Hou wel rekening met eventueel fijn materiaal dat moet worden gehanteerd. Spelvormen die snelle communicatie vragen, zijn wellicht minder geschikt.

(f) Afronden                

Meisje in rolwagen bij aanwinsten.Het bezoek wordt afgerond.
De deelnemers kunnen mondeling of schriftelijk feedback geven:

  • Was het bezoek nuttig en interessant?
  • Heb je alles goed begrepen?
  • Ga je nog terugkomen?
  • Hoe kan de bibliotheek de bezoeker met een motorische handicap nog beter van dienst zijn?

Herinner de bezoekers er nogmaals aan dat het bibliotheekpersoneel er is om hen te helpen. Ze hoeven niet te aarzelen om iets te vragen.

Terug naar boven