Lees
eerst dit
Na
een aantal belangrijke voorbeschouwingen schetsen we in deze inleidende
tekst de opbouw van de tips per doelgroep. Verder zetten we een
paar algemene aandachtspunten op een rij. Tijdens het bundelen van
de tips die de werkgroepen bijeendachten, is namelijk duidelijk
geworden dat een aantal ervan ‘handicapoverstijgend’
is en dus eigenlijk voor alle doelgroepen geldt. Om herhaling te
vermijden, brengen we die adviezen hier samen. De specifieke adviezen
per handicap vind je op de webpagina’s onder tips
per doelgroep.
Voorbeschouwingen
Bezoek
in groep of individueel
Het
project Anders-naar-de-bib
vertrekt vanuit de idee dat een ‘groep’ personen met
een handicap op bezoek komt in de bibliotheek. Dat neemt niet weg
dat de aangereikte tips ook van pas komen in de omgang met individuele
personen met een handicap. Het project is dus niet eng te koppelen
aan de ‘rondleidingen’ van ‘groepen’, maar
heeft betekenis voor elke bibliotheekmedewerker
die elke persoon met een handicap bij zijn komst naar de bibliotheek
zo gewoon mogelijk (en zo bijzonder als nodig) wil benaderen.
In
de praktijk komen groepsbezoeken vaak neer op klasbezoeken. De grootste
groep kinderen en jongeren met een handicap loopt school in het
buitengewoon onderwijs. Een groeiend aantal neemt deel aan het geïntegreerd
/ inclusief onderwijs. Enige duiding bij de specifieke organisatie
en terminologie van dit onderwijscircuit
vind je hier.
Kinderen en
volwassenen
Omgaan
met volwassenen is anders dan met kinderen en jongeren. Dat is niet
anders bij mensen met een handicap. Anders-naar-de-bib
wil de bibliotheek zowel voor de jeugd als voor volwassenen met
een handicap toegankelijker maken. Toch hebben we geen strikt onderscheid
volgens leeftijd gemaakt. De nadruk ligt in de eerste plaats op
de aard van de handicap en de noden die daaruit voortvloeien. Dat
de noden telkens moeten worden aangepast aan de leeftijd van de
groep, is duidelijk.
De beperking(en) en de specifieke begeleidingsbehoefte van de volwassen
bezoeker zullen trouwens vaak minder ‘zichtbaar’ zijn,
zeker wanneer hij – zoals hierboven al vermeld – niet
in groepsverband op bezoek komt. Dat wijst nogmaals op het belang
van een algemene sensitiviteit en openheid voor het anders-zijn.
Denk niet in
vakjes
De
realiteit laat zich niet in vakjes duwen. Daarvoor is ze veel te
uniek en verscheiden. We zijn ons ervan bewust dat de vijfdeling
die we hanteren (verstandelijke handicap, doof/slechthorend, blind/slechtziend,
motorische handicap, ontwikkelingsstoornis) ruw is en geen recht
doet aan de rijkdom van de realiteit. Je zult bijvoorbeeld worden
geconfronteerd met verschillende handicaps binnen één
groep bezoekers, met iemand met een meervoudige handicap, met een
handicap die hier niet besproken is, enz. Er zullen altijd wel nieuwe
vragen opduiken. Laat het een uitdaging zijn om de inhoud van dit
project in het achterhoofd te houden bij het bezoek van om het even
welke groep en deze te verweven in je omgang met elke individuele
bezoeker met een handicap.
Een eerste
bezoek smaakt naar meer
Anders-naar-de-bib
heeft in de eerste plaats bibliotheekintroductie voor ogen. Het
project wil handvatten aanreiken voor de ontvangst van mensen met
een handicap, ervan uitgaand dat ze nog niet eerder hebben kennisgemaakt
met de bibliotheek. Het stramien dat we volgen, bevat de klassieke
ingrediënten voor een ‘eerste’ bezoek, met tips
voor aanpassingen naargelang de doelgroep. De tips zijn overigens
ook los van ‘rondleidingen’ en ‘groepen’
bruikbaar in de omgang met alle mensen met een handicap. Dat er
vooralsnog geen adviezen voor verdere bibliotheekinstructie in dit
project zijn opgenomen, betekent niet dat procesmatig werken niet
aanbevolen is. Bepaalde groepen hebben vanwege de aard van hun beperking
precies nood aan herhaling. Een eenmalig bezoek volstaat dan niet.
Stimuleer daarom één of meer vervolgbezoeken.
De belangrijkste
tip…
Anders-naar-de-bib
bundelt tips die de communicatie met personen met een handicap tijdens
een bibliotheekbezoek vergemakkelijken. Het zijn geen gouden regels
of succesformules. Veel tips lijken trouwens heel vanzelfsprekend.
Toch zal je af en toe in situaties komen die je in ‘handelingsverlegenheid’
brengen, waarin je niet weet hoe je moet of kunt reageren. Elke
situatie en elk individu is namelijk anders.
De
belangrijkste tip is daarom: Vraag de persoon met een handicap
zelf hoe je hem het beste helpt of benadert. Spreek je
onwennigheid gerust uit, maar toon ook je openheid tot ontmoeting
en kennismaking. Iemand met een handicap is in de eerste plaats
een mens die – net als jij en ik – in zijn mens-zijn,
zijn mogelijkheden aangesproken en ernstig genomen wil worden. Als
iemand zijn eigen hulpvraag omwille van leeftijd of andere redenen
moeilijk kan formuleren, kan je een beroep doen op de begeleiding.
Opbouw van
de tips per doelgroep
Elke reeks tips kent eenzelfde structuur. Je vindt dus zowel voor
mensen met een verstandelijke handicap, dove en slechthorende personen,
blinde en slechtziende personen, mensen met ontwikkelingsstoornissen
als mensen met een motorische handicap eerst wat algemene uitleg
over de handicap of stoornis. Daarna volgen per doelgroep de concrete
tips bij het bezoek aan de bibliotheek. Ze hebben te maken met de
voorbereiding, de accommodatie en het bezoek zelf. We sluiten af
met enkele algemene tips.
Wat je
moet weten over de handicap/ontwikkelingsstoornis
Een
toegankelijke bibliotheek heeft alles te maken met een correcte
attitude. Aangepast omgaan met personen met een handicap veronderstelt
dan ook enige kennis over de handicap of stoornis zelf. Veel onbegrip
komt namelijk voort uit onwetendheid. Daarom hebben we geprobeerd
om een correcte beeldvorming weer te geven. We openen elke reeks
tips met een toelichting bij de handicap of stoornis in de ontwikkeling.
Je komt er ook meer te weten over eventuele hulpmiddelen. Het was
niet onze bedoeling volledigheid na te streven. De uitleg is dus
bewust beperkt tot basisinformatie.
Concrete
tips bij het bibliotheekbezoek
Bij
wijze van voorbereiding …
(a)
De checklist
Om
het bezoek aan de bibliotheek werkelijk op maat te laten verlopen,
is het belangrijk op voorhand zoveel mogelijk relevante informatie
over de groep te verzamelen. Op die manier weet je welke groep je
kunt verwachten, waarmee je rekening moet houden en hoe je het bezoek
gericht kunt voorbereiden. Het basisinstrument voor elk bezoek is
de checklist.
Aan de hand van de vragen op die lijst breng je specifieke aandachtspunten
in kaart. Ze laten ook toe aansluiting te vinden bij het niveau,
de interesses en de leefwereld van de bezoekers.
De
checklist combineert de algemene praktische afspraken van een standaard
aanvraagformulier (adresgegevens, contactpersonen, datum van het
bezoek, enz.) met meer specifieke, doelgroepgerichte vragen (de
groepssamenstelling, de leesvaardigheden van de bezoekers, de inhoudelijke
verwachtingen, enkele aandachtspunten bij de communicatie, de concrete
uitwerking van het bezoek, enz.).
De
algemene afspraken zijn eenvoudig telefonisch of aan de balie te
maken, op het moment van de aanvraag. Voor afspraken over de inhoud
en de uitwerking van het bezoek, verdient het aanbeveling rond de
tafel te gaan zitten met de verantwoordelijke van de groep en/of
de bezoekers zelf.
(b)
Wat met de infrastructuur en accommodatie?
Meestal
is de toon voor een goed bezoek al gezet wanneer de bibliotheek
fysiek toegankelijk is (gemaakt). Je hoeft hierbij niet meteen te
denken aan bouwwerven met grote, ingrijpende veranderingen zoals
deurbreedte of liftgrootte (hoewel die uiteraard ook van belang
zijn!). Vaak kunnen relatief kleine wijzigingen in de infrastructuur
en accommodatie de bibliotheek heel wat aantrekkelijker en toegankelijker
maken voor mensen met een handicap.
Het
is niet de bedoeling van dit project om een opsomming te geven van
alle mogelijke technische en structurele aanpassingen. Daarvoor
kan je bij andere
instanties terecht. Wel willen we tips geven over hoe je –
via eerder eenvoudige aanpassingen – rekening kunt houden
met de noden van personen met een handicap.
Een modelbezoek
Het
modelbezoek dat we in Anders-naar-de-bib
voorstellen en dat in de tips per doelgroep terugkeert, verloopt
volgens een vast stramien. We bespreken hier bondig de verschillende
onderdelen. Naargelang de aard van de handicap geven we in de respectievelijke
reeksen tips uitleg bij elk van deze stappen. Elke
bibliotheek ziet er anders uit en elke medewerker die gasten in
de bibliotheek ontvangt en rondleidt, doet dat op zijn eigen manier.
Dit kan ervoor zorgen dat het modelbezoek kunstmatig lijkt en ver
van de eigen praktijk staat. Belangrijker dan de concrete opbouw
van het bezoek dat we voorstellen, zijn echter de begeleidende tips.
Het zal er dan ook op aankomen de adviezen die we hier formuleren
te hertalen naar je eigen situatie.
Zo
hoeven niet alle stappen in de hier voorgestelde volgorde te komen.
De volgorde is – afhankelijk van de bezoekende groep –
aan te passen. De spelvormen komen in het voorgestelde model bijvoorbeeld
aan het einde van het bezoek, terwijl je ze ook in de rondleiding
kunt integreren. De invulling en de volgorde van de verschillende
onderdelen hangt niet alleen af van de persoonlijke stijl van de
bibliotheekmedewerker, maar ook van volgende factoren:
-
de duur van het bezoek
-
het feit of het een eerste (en enige) kennismaking met de bibliotheek
is, dan wel of de groep nog vervolgbezoeken brengt
-
de leeftijd van de bezoekers: Voor volwassenen is de ludieke noot
vaak niet noodzakelijk. Voor hen is het wel belangrijk ernaar
te streven niet alleen de verbale werkvorm te hanteren, maar bijvoorbeeld
ook een audiovisuele presentatie te voorzien.
Kortom,
het model dat we hier beschrijven is een voorbeeld, voor aanpassing
vatbaar.
Het
modelbezoek is onderverdeeld in:
- (a)
de kennismaking met de bezoekers,
- (b)
een blik op de materiaaltafel,
- (c)
de werking van de bib,
- (d)
het grondplan,
- (e)
een rondleiding in de bib,
- (f)
enkele spelvormen, en
- (g)
de afronding van het bezoek.
(a)
Kennismaken
Je
stelt jezelf als bibliotheekmedewerker voor en maakt kennis
met de bezoekers. Je legt kort uit wat je taak in de bibliotheek
is, spreekt de bezoekers bij naam aan en vraagt na wie ooit
al in de bibliotheek is geweest. Op een informele manier creëer
je een vertrouwelijke sfeer. Je legt ook de structuur van het
bezoek uit: Wat gaat er gebeuren? Wat gaan de bezoekers mogen
doen? Wanneer is er pauze?
(b)
Materiaaltafel
Op
een tafel zijn verschillende soorten materiaal te zien die in
de bibliotheek beschikbaar zijn: boeken voor volwassenen en
kinderen, verhalenboeken en informatieve boeken, boeken in het
Nederlands en anderstalige boeken, cd-roms, cd’s, video’s,
dvd’s, enz. Al dan niet gecombineerd met een spelvorm
of een demonstratie bespreek je samen met de bezoekers de materialen
op tafel.
(c)
Werking van de bib
In
dit onderdeel kunnen onder meer de volgende aspecten aan bod
komen:
- Wat is het verschil tussen een boekenwinkel en een bibliotheek?
- Wat is een 'openbare' bibliotheek?
- Hoe schrijf je je in?
- Hoe leen je boeken uit?
- Hoe breng je boeken terug binnen?
- Hoeveel boeken of ander materiaal mag je ontlenen?
- Hoelang mag je ze ontlenen?
- Wie mag wat ontlenen?
- Wat als je iets te laat terugbrengt (boetesysteem)?
- Waar vind je welke boeken?
- Hoe zoek je iets op in de catalogus?
- Hoe gebruik je het internet?
- …
Alle
items uitwerken tijdens één bezoek is wellicht
niet haalbaar en bestrijkt meer dan de elders aanbevolen duur
van één uur. De geselecteerde items zullen per
groep verschillen, afhankelijk van de doelstellingen van het
bezoek.
(d)
Grondplan
In
grotere bibliotheken is het belangrijk uit te leggen hoe het
gebouw is ingedeeld (welk materiaal bevindt zich op welke verdieping,
enz.). Als daar de gelegenheid toe is, is het aan te raden een
rondgang te maken door de bibliotheek. In kleinere bibliotheken
en als de bewegwijzering naar en in de verschillende afdelingen
goed is uitgebouwd, is een afzonderlijke toelichting bij het
grondplan niet altijd nodig. Besteed in elk geval aandacht aan
het evacuatieplan. Bepaalde groepen hechten hier heel veel belang
aan.
(e)
Rondleiding
Je
leidt de groep door de verschillende afdelingen van de bibliotheek,
al dan niet gekoppeld aan één of meer spelvormen.
Geef per afdeling duidelijk aan waar de bezoekers terecht kunnen
voor inlichtingen of hulp.
(f)
Spelvormen
Nieuwe
bezoekers steken het meeste op van de werking van een bibliotheek
als ze die concreet kunnen ervaren. Daarom zijn onder ‘aan
de slag’ enkele
spelvormen opgenomen. Afhankelijk van de beschikbare tijd,
de doelstelling van het bezoek en de groep bezoekers, kan je
voor één of meer spelletjes kiezen.
De
spelvormen zijn beschreven in hun traditionele versie. Vaak
verschilt alleen de methodiek en komen dezelfde (relatief eenvoudige)
inhoudelijke vragen telkens terug. In de tips per doelgroep
vind je aanduidingen over welke methodiek bruikbaar is en welke
aanpassingen er eventueel aan de klassieke vorm nodig zijn.
Het
belangrijkste advies bij de opdrachten is telkens goed voor
ogen te houden wat je ermee wilt bereiken en voor wie ze bestemd
zijn. De begeleider van de groep kan je flink op weg helpen
bij de keuze van de methodiek op het moment dat je de checklist
invult.
Zoals
eerder gezegd, hoef je bij een bezoek van normaal begaafde volwassenen
met een handicap geen speels karakter te voorzien. Als je al
een opdracht voorziet, besteed dan in elk geval minder of geen
aandacht aan de inkleding en omkadering, aspecten waar kinderen
net wel van houden. Volwassenen kan je gerust in hun volwassen-zijn
aanspreken. Dit betekent echter niet dat je geen oog moet hebben
voor de ervaringsgerichtheid en dat de bezoekers bijvoorbeeld
bij wijze van oefening niet zelf eens een boek kunnen uitlenen
of iets opzoeken in de catalogus. Streef in je uiteenzetting
voor volwassenen ook best naar méér dan de puur
verbale werkvorm. Probeer bijvoorbeeld eens een audiovisuele
presentatie uit (afhankelijk van de aard van de handicap).
(g)
Afronden
Bij
het afronden van het bezoek geef je de deelnemers de kans het
bezoek schriftelijk of mondeling te evalueren en zelf suggesties
te doen naar mogelijke verbeteringen in de aanpak van het bezoek.
‘Handicapoverstijgende’
tips
Creëer
persoonlijk contact
- Maak
in de mate van het
mogelijke
een persoonlijke
afspraak
met de
begeleider(s) van de groep (en bij voorkeur met de groep zelf).
Kennismaken met de doelgroep via een bezoek aan de voorziening
of school is heel verhelderend en werkt drempelverlagend bij de
voorbereiding van het bibliotheekbezoek. Voor jou, omdat je concreter
voeling krijgt met de leefwereld van de persoon met een handicap.
Voor de bezoekers, omdat de bibliotheek ook naar hén toe
komt.
- Herkenbaarheid
en aanspreekbaarheid van de bibliotheekmedewerkers zijn belangrijk.
Dit is eenvoudig te realiseren door bijvoorbeeld foto's van de
medewerkers op te nemen in de folder van de bibliotheek of op
een centrale plaats in de bibliotheek op te hangen. Ook naamkaartjes
of kaartjes met het logo van de bibliotheek vormen een oplossing.
- Zorg
ervoor dat ook jij de bezoekers bij naam kunt noemen en aanspreken.
Spreek daarom duidelijk af wie de naamkaartjes voor de bezoekers
maakt.
Benadruk de
rol van de begeleider van de groep
- Wijs
de begeleider van de groep (leerkracht, opvoeder, vrijwilliger)
op zijn belangrijke rol in de voorbereiding van het bezoek, bijvoorbeeld
tijdens de les of in de leefgroep. Zo kunnen bepaalde bibliotheektermen
al worden aangebracht, kan het bezoek kaderen in een specifiek
lesthema, enz.
-
Stimuleer de begeleider om zelf zoveel mogelijk suggesties aan
te brengen voor de personalisering van de opdrachten. Hij is immers
het best op de hoogte van de mogelijkheden van de bezoekers en
in die zin de geknipte figuur om op maat te werken.
- De
begeleider is ook de persoon die de groep verder ondersteunt en
stimuleert bij het gebruik van de bibliotheek. Bezorg hem daarom
voldoende inlichtingen over de werking van de bib.
-
Wijs de begeleider/leerkracht op het belang van zijn aanwezigheid
tijdens het bezoek. Hij kan immers de groep actief stimuleren
en motiveren, de groepssamenstelling sturen en ondersteuning bieden
bij moeizame communicatie.
Kies een thema
op maat
- Vertrek
in je voorbereiding van een thema dat de groep aanspreekt en/of
waar ze in de klas of leefgroep rond werken. Elk thema is bruikbaar.
Over de zee bijvoorbeeld bestaan zowel verhalende als informatieve
boeken, voor kinderen én volwassenen. Ze wordt bezongen
op cd’s en in beeld gebracht op cd-roms.
En verder …
- Aan
te raden is het bezoek vast te leggen op een moment dat de bibliotheek
gesloten is voor andere bezoekers.
- Pak
het bezoek zo veel mogelijk visueel en interactief aan. Probeer
niet uitsluitend te praten, maar vooral veel materiaal te tonen
en concreet te laten ervaren. Ook mensen met een handicap of een
stoornis in de ontwikkeling vinden het meestal heel boeiend in
boeken te snuffelen, een cd te beluisteren of iets uit te proberen.
Als ze bovendien ook nog zelf en effectief materiaal kunnen lenen,
vergroot de kans op blijvende betrokkenheid.
-
Geef zo veel mogelijk gestalte aan de begrippen herkenbaarheid
en aanspreekbaarheid van het bibliotheekpersoneel door tijdens
het bezoek aan te duiden waar en bij wie de bezoekers terecht
kunnen voor hulp en inlichtingen.
- Zorg
voor voldoende afwisseling tussen uitleg en activiteit, ook in
de activiteiten zelf.
- Voorzie
een korte pauze. Die hoeft niet noodzakelijk te bestaan uit de
afgebakende tien minuutjes. Je kunt ze eenvoudig integreren in
het bezoek door bijvoorbeeld na de algemene uitleg naar een andere
plaats in de bibliotheek te gaan voor een activiteit.
- Tot
slot een praktische algemene tip: Vraag bij het begin van het
bezoek alle gsm's uit te zetten.
Terug
naar boven |